Hoe siernetels worden gezaaid
Welkom! Hier vind je tips om aan de slag te gaan met dergelijke siernetels. Om goede resultaten te bereiken met het zaad hebben de zaadjes veel licht, een vochtige omgeving en een temperatuur van ca. 22°C nodig.
De meest voorkomende fout is de zaadjes onder de grond te zaaien. Hierdoor neemt de kiemkracht af en komen er helemaal geen planten omhoog! Siernetels groeien namelijk in het licht en de zaadjes moeten bovenop de grond worden gezaaid zonder ze af te dekken met aarde.
Om je zaden in optimale omstandigheden te laten groeien, raden wij je aan potgrond te gebruiken.
Begin met een kleinere pot, een klein plastic shotglas of een kleine broeikas om de grond goed vochtig te kunnen houden. Zorg ervoor dat er ook gaten aanwezig zijn in de bodem voor een goede drainering en om verrotting te voorkomen. Maak de grond goed nat en zaai de zaadjes bovenop de aarde.
Om de kleine zaadjes uit het zakje te halen, kun je bijvoorbeeld een vochtig wattenstaafje gebruiken. Sommige van onze zaadjes zijn gepelleteerd en omgeven door een geel omhulsel van klei. Deze moet voldoende vochtig worden gehouden zodat de klei oplost en het zaadje omhoog kan komen. Plant de zaden ook op een aantal centimeter afstand van elkaar, zodat ze gemakkelijker kunnen worden herplant.
Sluit vervolgens het vocht in met plastic folie, waarin je kleine gaatjes maakt, of een deksel dat je een keer per dag opent. Bevochtig de grond indien nodig met een spuitbus, bv. 's ochtends en 's avonds. Als de grond uitdroogt, zullen de planten niet groeien!
Plaats de zaadjes zodat ze veel licht krijgen. In de donkerste periode van het jaar kan het nodig zijn kweek- of fluorescentielampen te gebruiken. Als je lampen gebruikt, moet je rekening houden met een afstand van 10 cm met de zaadjes.
In de juiste omstandigheden komen de groene kiemblaadjes binnen 14 dagen omhoog. Daarna volgen de eigenlijke blaadjes van de plant en het is pas dan dat je kunt zien hoe de plant er zal uitzien.
Als de planten lang en broos zijn, betekent dit dat ze onvoldoende licht krijgen en moet je de planten verplaatsen naar een plek waar ze meer licht krijgen. De plastic folie/het deksel kan worden verwijderd zodra de planten omhoog zijn gekomen.
Wanneer de planten 4-6 bladeren hebben, is het tijd om ze te verplanten. Zorg ervoor dat je de grond vooraf grondig bewatert. Dit maakt het gemakkelijker om de grond uit de pot te verwijderen en vermindert het risico op schade aan de wortels. Knijp zachtjes in de pot, kantel hem naar beneden en neem de wortelkluit beet met je andere hand.
Snijd de planten daarna voorzichtig in wortelkluiten en probeer zoveel mogelijk grond rond de wortels te behouden. Plaats elke plant in een grotere pot, bv. 12 cm, met nieuwe potgrond. De planten gedijen het best in luchtige, poreuze en goed gedraineerde grond. Gebruik daarom bij voorkeur een kleipot met gaten en leca-bolletjes in de bodem. Water de potgrond grondig en plaats een lamp!
Een paar dingen die handig kunnen zijn om te weten over Siernetels is dat ze moeten worden getopt om de plant voller te maken. Snoei twee bladparen onder bloemknoppen om de kleur van de bladeren langer te behouden. Als ze in de tuin staan, gedijen ze het best in halfschaduw en verdragen geen vorst.
Veel succes!
Palettblad.com/nl